In deze blog aandacht voor de gevlekten uit het dierenrijk...en uit mijn foto archief.
Hiernaast is een Viervlekwielwebspin (Araneus quadratus) te zien. Een lange naam voor een stoere spin. Op de foto heeft het vrouwtje net een vlinder ingewikkeld. Die was stomweg in het "wielweb" gevlogen. Beetje dom, maar zo gaat dat nu eenmaal in de natuur.
De volgende twee voorbeelden zijn wat gecompliceerd. Qua naamgeving dan. De St. Jansvlinder (Zygaena filipendulae) heeft zes rode vlekken. Maar alleen in het Nederlands wordt dit niet meer gebruikt.
Overigens heette deze vlinder voorheen nog wel de Zes-stippige St. Jansvlinder. In Engels heet deze gelukkig nog steeds de Six-spot Burnet en in het Duits het Sechsfleck-Widderchen.
Wat zeldzamer is de Vijf-vlek St. Jansvlinder (Zygaena trifolii). Maar daar is de naamgeving verwarrend in andere talen: Six-spot Burnet in het Engels. So far, so good. Echter in het Duits: Sumpfhornklee-Widderchen.
Hieronder de enige foto uit mijn archief. Met inderdaad maar vijf vlekjes.
Twee
vogels met zeer vele, en vooral nuttige, vlekken zijn de Grutto (Limosa
limosa) en de Watersnip (Gallinago gallinago). De Latijnse namen zijn
een typisch voorbeeld van originals". Het woord herhalen dus. Daar heb ik al eens eerder een blog over geschreven. Denk aan de Buizerd: Buteo buteo. Of mijn favoriete zoogdier, de Eland: Alces alces.
Ik dwaal af. Een dier dat geen verdere introductie behoeft, maar wel vele vlekken heeft is het jachtluipaard. Deze zag ik ooit in Whipsnade Zoo, het buitenpark van London Zoo.
Vierfleck.
Gelukkig is e.e.a. dan, tot slot, goed geregeld. Qua naamgeving dan...